Start
Redactie
Mijmeringen
Over de Beemster Bengel
Nieuwsarchief
Gastenboek
 
Ger Belmer goochelt met woorden in
'Mijn moeder was een walvis'

Sommige mensen verdwijnen op een gegevens moment uit je gezichtsveld en je denkt ze nooit meer te zien. En dan opeens zijn ze er weer, maar dan in een heel ander perspectief. Dat is het geval met Ger Belmer: dichter, schrijver, muzikant en zanger. Geen Beemsterling, weliswaar, maar hij heeft wel veel in de polder gebivakkeerd als journalist bij de toenmalige Nieuwe Noord-Hollandsche Courant. Het was de man aan wiens hoede de nieuwe correspondente van de krant in 1984 werd toevertrouwd. We hadden bijna dagelijks contact over wat er zoal in de Beemster gebeurde, maar ik heb nooit geweten, dat zijn moeder een walvis was. Dat is namelijk de titel van het onlangs door hem uitgegeven boekwerk.

Walvis?
Hij heeft in zijn boekje met vaak absurde poëtische ontboezemingen zijn onbedwingbare lust tot gegoochel met woorden vrij baan gegeven. Op zijn weblog 'Wie schrijft, die blijft' staat het gedicht dat zijn naam aan de titel van het boek ontleent. Overigens is dit nog in een zeer net Nederlands taalgebruik gesteld, want hij is vaak 'net op 't randje''; een beetje shockerend! Wat dat betreft is Ger het 'enfant terrible' van de 'Dichterskring Waterland', met allemaal keurige dichters en dichteressen. Vaak treedt hij met de Dichterskring in Purmerend en omgeving. Dan ontvangt de redactie van de Beemster Bengel steevast een uitnodiging om deze bij te komen wonen.

Zo ontstond dat nieuwe contact. Nu via e-mail, want dat was er in de tijd, waarin hij de door mij ingeleverde stukjes corrigeerde, nog niet. En dan was ik wel eens kwaad, omdat hij met het rode potlood zinnen weghaalde of veranderde. De tijd verandert veel; de Beemster Bengel is nu mijn eigen digitale krant, waarin ik zelf bepaal hoe lang een artikel mag zijn. Hoewel... iemand die mijn stukjes op taal- en tikfouten zou willen corrigeren best wel handig zou wezen.

RTV Purmerend
Inmiddels heeft de razende reporter wel de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar nog steeds houdt hij zich bezig met taal. Zo werd hij in 2005 een van de zes redacteuren van het ouderenprogramma 'Jong van hart' op rtv Purmerend. Het programma bevat informatie en nieuws voor de snel groeiende seniorendoelgroep in de stad.

Elke woensdagochtend van 10.00 tot 11.00 uur verzorgt hij met zijn enthousiast team op Radio Purmerend een rechtstreekse uitzending, die gericht is op alle Purmerendse senioren. Elke zondagochtend van 11.00 tot 12.00 uur wordt deze uitzending herhaald.

Dichterskring Waterland
En verder is er natuurlijk de Dichterskring Waterland, waarvoor Ger als vaste prik de prikkelende gedichten produceert, die nu in zijn boek 'Mijn moeder was een walvis' zijn opgenomen.

Weblog
Ger heeft ook een weblog, waarin hij dingen van de dag op humoristische wijze aan elkaar dicht. Het 'Schetendoekse broekje' is een fantasie naar een heel actueel onderwerp.

NB: De illustratie van de boekomslag 'Mijn moeder was een walvis' is van de Beemster kunstenaar Frank Muntjewerf.

'Mijn Moeder Was Een Walvis' is te bestellen via internet, op de site van uitgever www.boekscout.nl

 

Gedichten van de weblog

Groen
Vette vissen zwommen ooit
waar Beemster groen zich tooit.
Strak verkaveld lijnenspel.
Stil, je hoort geen decibel.
Rechte wegen, rechte sloten.
Melkfabrieken op vier poten.
Koe

Zilte liefde
Mijn moeder was een walvis
Mijn vader van karton
Hij lag op ‘t strand te dromen
Te dromen in de zon

Het was voor haar een liefde
Op het allereerst gezicht
Doordat hij mooi te dromen lag
Daar in dat gouden licht

Mijn vader was van golfkarton
Had dus iets met de zee
En omdat hij weinig woog
Woei hij met alle winden mee

De liefde was kortstondig
Zij vree mijn pa tot pap
En toen hij heel snel klaar kwam
Dacht zij: ‘Wat een slappe hap’

Ik ben uit haar geboren
Die dag scheen fel de zon
‘k Werd op het strand gevonden
In een doosje, een doosje van karton

Gemeen
De grootste
gemene deler.
Wie dat was,
heb ik op school
nooit begrepen.
En ik wilde
die vent
zeker niet
leren kennen!

Nu snap ik het.
Hij is lid van
een club snelle
heren in
strakke pakken
met onpeilbaar
diepe zakken.

Ze strooiden
zand in
onze ogen en
vervolgens in het
grote raderwerk,
dat knarsend
tot stilstand kwam.

Het schetendoekse broekje

Het schetendoekse broekje
van de oude koningin
Daar liet ze onbekommerd
haar harde winden in
Het broekje trad in werking
bij stank en bij geluid
Elk gasje dat ontsnapte
kwam er schoon gefilterd uit

Het schetendoekse broekje
kwam overal van pas
Waar iedereen zich inhield,
gaf zij gewoon vol gas
Haar echtgenoot zat naast haar, vol jaloezie en nijd
Had ik ook maar zo'n broekje, dacht hij van tijd tot tijd

Het schetendoekse broekje
was op een avond zoek
Vlak voor een officieel banket,
ze was op staatsbezoek
Ze leende snel een slipje,
van een dame van het hof
Geen hap ging er nog door haar keel, uit angst voor grof geplof

Het schetendoekse broekje
kwam zomaar weer terug
Lag in een koffer onder bed;
wat was ze opgelucht
Toen dacht ze plots aan manlief, hoe hij ontspannen zat
Die hele avond bij 't banket; steeds rustig op z'n gat

Het schetendoekse broekje verdween met haar in 't graf
Een dief die 't daar stelen wou,
hij kreeg een zware straf

Er is beslist een markt voor een broek die scheten dempt
Want wie 'm hard laat glippen staat nog altijd in z'n hemd